Vrouwen aan de top

Champagne! Great Place To Work heeft ons voor de zomervakantie uitgeroepen tot de beste werkgever voor vrouwen van Nederland. Daar zijn we natuurlijk hartstikke blij mee. We krijgen er ook veel vragen over, bijna allemaal in de categorie: hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen? Hebben jullie adviezen voor ons?

Jazeker hebben we die! Hieronder deel ik ze graag.

Stel een concreet doel – en onderneem actie om het te halen

Je krijgt in onze branche niet vanzelf meer vrouwen in je organisatie, daar moet je iets voor doen. Wij zijn dol op systematisch verbeteren, vandaar dat we een doel hebben gesteld: in 2030 is de helft van onze medewerkers in alle lagen van onze organisatie vrouw.

Om dat doel te halen willen we dat er voor elke vacature ook vrouwelijke kandidaten zijn (we vragen vrouwen als ze zich niet zelf melden) én kiezen we een vrouw als ze geschikt is. Je leest het goed: als ze geschikt is. Niet: bij ‘gelijke geschiktheid’. Dat laatste vinden we zo’n raar begrip. Mensen zijn allemaal verschillend, iedereen heeft zijn talenten: de een is iets preciezer, de ander iets socialer. Hoe kun je dat nou vergelijken en zeggen: ze zijn even geschikt?

Het gaat om de vraag of een vrouw een functie kan bekleden, ja of nee. Is het antwoord: ‘ja’? Dan kiezen we haar. Tenminste: zo lang in er in een team nog geen 50/50 verdeling is. Er zijn ook teams die bijna helemaal uit vrouwen bestaan. Dan heeft de voorkeur juist een man vanwege de diversiteit.

Noem het beestje bij de naam – zodat bewustzijn toeneemt

Toen ik bij AFAS kwam werken waren we echt nog een mannenbedrijf. Fulltime werken was de norm, als een consultant zwanger werd kon ze de binnendienst in en bij overleggen werd er al gauw aan de enige vrouwelijke collega gevraagd of ze de notulen even wilde maken. Dat was geen kwade opzet, maar het is niet de ideale omstandigheid om als vrouw naar voren te stappen en te zeggen ‘laat mij hier de baas maar even worden’.

Daar zijn we stap voor stap mee aan de slag gegaan. Allereerst door het beestje bij de naam te noemen. We spraken erover tijdens ons Cultuurcafé, tijdens ronde tafels en in teams. Zo groeide het bewustzijn.

Regel praktische dingen anders – dat is voor iedereen fijn

Tegelijkertijd hebben we praktische dingen anders geregeld. We maakten het mogelijk om parttime te werken, bijvoorbeeld, en we stimuleerden collega’s om flexibeler te werken (dat laatste lukte ons pas echt goed in de coronaperiode trouwens).

Veel van deze aanpassingen zijn voor iedereen prettig, blijkt in de praktijk. Inmiddels wordt er bij AFAS vaker (tijdelijk) parttime gewerkt of is het ouderschapsverlof opgenomen.

Bemoei je er als directie mee – en daag medewerkers uit

Laatst kreeg ik een mailtje van een directeur van een Nederlands bedrijf. Zij wilden graag meer vrouwen aan de top, maar ze hadden een probleem: er waren te weinig vrouwen met ambities. Het eerste wat ik dacht was: hoe weet jij dat die vrouwen geen ambitie hebben? Je ziet dat ze niet naar voren stappen, maar dat kan wel honderd redenen hebben. Dat ze niet weten hoe ze een leidinggevende functie moeten combineren met thuis, of dat ze niet zeker weten of ze wel de beste kandidaat zijn, om er maar eens twee te noemen.

Wat bij ons enorm goed werkt, is support van de directie. Onze directieleden bemoeien zich hier op een positieve manier mee. Ze dagen vrouwen in ons bedrijf uit om de volgende stap te zetten. ‘Ik zie dat jij dit kunt, hóppetee, niet langer nadenken, gewoon doen.’

Stap voor stap meer vrouwen aan de top!

Onze aanpak lijkt te werken. Twaalf jaar geleden was nog maar 12 procent van onze medewerkers vrouw. Inmiddels is dat 33 procent en op onze supportafdeling, waar onze jongste aanwas zit, 43 procent. Ons management bestaat voor 37 procent uit vrouwen en van onze 9 directeuren zijn er 3 vrouw. En – minstens zo belangrijk – meer dan 98 procent van de vrouwen voelt zich prettig en vertrouwd in onze organisatie. Precies zo veel als de mannen. En zo hoort het!