De WGA of de IVA. Hoe werkt de WIA?

Wanneer je medewerker 104 weken arbeidsongeschikt is geweest, kan deze medewerker in aanmerking komen voor een WIA-uitkering. Deze uitkering is onderverdeeld in twee categorieën, de IVA-uitkering en de WGA-uitkering. Welke uitkering wordt toegekend is afhankelijk van verschillende factoren.

De IVA

Na de 104 weken arbeidsongeschiktheid zal, op basis van de bevindingen van een verzekeringsarts, de passende uitkering worden bepaald. Wanneer een verzekeringsarts weinig tot geen kans op herstel ziet en de mate van arbeidsongeschiktheid is minimaal 80%, dan ontvangt de medewerker een IVA-uitkering. Deze uitkering heeft een hoogte van 75% van het maximum dagloon en wordt betaald door het UVW vanuit de Aof (Arbeidsongeschiktheidsfonds). De re-integratie verplichtingen komen bij een IVA-uitkering voor de jou als werkgever te vervallen.

De WGA

Medewerkers die tussen de 35% en 100% arbeidsongeschikt zijn verklaard en nog kans hebben op herstel, ontvangen na 104 weken ziekte een WGA-uitkering. Wanneer het percentage hoger is dan 80% maar de kans op herstel wel aannemelijk is, ontvangt de medewerker ook een WGA–uitkering. De hoogte van de WGA-uitkering hangt af van het type WGA-uitkering dat wordt toegewezen. Ook is het afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.

Er zijn drie soorten WGA-uitkering:

1. Loongerelateerde uitkering WGA
Deze uitkering wordt maximaal 24 maanden toegekend, afhankelijk van het arbeidsverleden. De eerste twee maanden ontvangt de werknemer 75% van het WIA maandloon. De resterende maanden is dat 70% van het WIA-maandloon.

2. Loonaanvullingsuitkering WGA
Deze uitkering kan volgen na de loongerelateerde uitkering wanneer iemand volledig (80-100%) arbeidsongeschikt is of wanneer iemand gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, maar minimaal 50% van zijn restverdiencapaciteit benut.

3. Vervolguitkering WGA
Deze uitkering kan volgen na de loongerelateerde uitkering wanneer iemand gedeeltelijk arbeidsongeschikt (35-80%) is en geen of minder dan 50% van zijn/haar restverdiencapaciteit benut.

De bijkomende kosten

Een ziektedag van een medewerker met een gemiddeld loon komt al gauw op 400,- euro per dag neer. Dit is opgebouwd uit loondoorbetaling, kosten voor vervanging, omzetverlies en arbodienstverlening. Dit stopt na de 104 weken wachttijd doorgaans niet. Als een IVA-uitkering wordt toegekend worden de lasten betaald uit de Aof, maar een WGA-uitkering wordt doorbelast aan de werkgever. En dit brengt flinke lasten met zich mee!

Eigenrisicodrager?

Je kan kiezen om de lasten van een WGA-uitkering via de gedifferentieerde premie Whk te dragen. Het UWV draagt dan zorg voor het uitbetalen van de uitkering van je (ex-)medewerker, deze kosten worden verrekend in je premie. Het is ook mogelijk om zelf verantwoordelijk te zijn voor de kosten van de uitkering van je (ex-)medewerker. Met dit zogeheten eigenrisicodragerschap betaal je direct de uitkering van je medewerker, je kan dit ook laten lopen via een private verzekeraar.

Omdat de WGA-uitkering afhankelijk is van verschillende factoren, is het belangrijk om goed te controleren of de cijfers en gegevens waarop de doorbelasting is gebaseerd, kloppen. Ook is het belangrijk om goed overzicht te houden op het langdurig verzuim van je (ex-)medewerkers, ook in de periode na de 104 weken ziekte, om bij te dragen aan optimale re-integratie. De financiële schadelasten kunnen flink oplopen!

OAZ kan je helpen bij de controle van de cijfers waar de WGA-lasten op zijn gebaseerd. Ben je benieuwd of er besparing mogelijk is op de WGA-lasten van jouw (ex-)medewerkers? De HR specialisten van OAZ kunnen met je meekijken. Bel voor meer informatie met 088 5600 700 of mail naar [email protected].